De parabel van de ringen

De parabel van de ringen
beschrijving:

Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781)

uitzending: AVRO, donderdag 18/01/1979

regie: Dick van Putten

rolverdeling:

- Nathan: Johan Schmitz

- Saladin: Hans Karsenbarg

duur: 13'42"

Dit hoorspel werd uitgezonden ter herdenking van het feit dat het in 1979 tweehonderd vijftig jaar geleden was dat Lessing geboren werd en tweehonderd jaar geleden dat het ideeëndrama Nathan der Weise verscheen, waaruit De parabel van de ringen stamt (derde bedrijf, scènes 5b, 6 en 7a). Een Nederlandse vertaling van Dr. Edward B. Koster, Nathan de wijze. Tooneelspel in vijf bedrijven verscheen bij de  Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur te Amsterdam (Wereldbibliotheek 300).

In het jaar 1200 heerst sultan Saladin, een moslim, over de stad Jeruzalem. Op een dag vraagt hij aan een Nathan, een joodse zakenman die bekend stond als de Wijze: “Welke godsdienst is de beste: het jodendom, het christendom of de islam? Van deze drie kan er toch maar één de ware zijn?” Nathan de Wijze antwoordt met een verhaal: Er was eens een man die een ring bezat met een wonderlijke kracht. De ring maakt de drager ervan tot een goed en wijs mens, geliefd bij God en bij mensen. Hij wil hem doorgeven aan de zoon van wie hij het meeste houdt. Maar hij heeft drie zonen die hem alle drie even lief zijn. Wie zou nu de beste drager van de ring kunnen zijn? Aan wie moet hij de ring toevertrouwen? Hij weet het niet. Wanneer hij zijn einde voelt naderen, laat hij een goudsmid bij zich komen. Hij laat hem de ring zien en zegt: Maak er twee bij die er precies op lijken. De goudsmid is een meester in zijn vak en slaagt er zó goed in, dat niemand het onderscheid meer kan maken. Op een dag laat de vader zijn drie zonen bij zich komen. Eén voor één geeft hij ze zijn zegen en één voor één schuift hij ze een ring om de vinger. Na hun vaders dood willen de broers toch weten wie de echte ring heeft. Men ruziet, men twist, men klaagt, maar tevergeefs. Ze komen uiteindelijk bij de rechter terecht. De rechter sprak hen toe: “De ring waar jullie vader het over had, bestaat niet of is verloren gegaan. Geen van jullie draagt deze ring. Zie jullie gedrag! Wie nu de echte ring draagt, weet niemand. Maar dit is mijn opdracht aan jullie alle drie: beschouw je eigen ring als echt. Mijn raad is dat ieder van jullie zijn ring voor de ware aanhoudt. Leef zo alsof jij de drager bent van de echte ring. Doe je best om de echtheid van de ring te bewijzen door liefde, door verdraagzaamheid en barmhartigheid. Jullie vader hield van jullie drie evenveel. Streef ernaar om zijn voorbeeld na te volgen en kom na duizend duizend jaar terug. Dan zal een wijzere rechter op deze stoel zitten en de uitspraak doen wanneer Gods liefde zich vertoont bij jullie kleinkinderen.” Nathan zwijgt. De sultan staat op en zegt: "Dus, als ik het goed begrijp moeten joden, christenen en moslims zelf bewijzen dat hun godsdienst de ware is door daden van goedheid en vrede?" "Precies", zegt Nathan.

hoorspel:

Saladin: Ik verg uw onderrichting in heel iets anders. Daar gij nu zo wijs zijt, zeg me dan eens: in welk geloof en in welke ordening is u de waarheid meest gebleken?

Nathan: Sultan, ik ben een jood.

Saladin: En ik een muzelman. Christus staat tussen ons. Van deze drie godsdiensten kan er toch niet meer dan één de ware zijn? Een man als gij blijft dààr niet staan waar hem het toeval van geboorte heeft neergeworpen, of, wanneer hij blijft, blijft hij door inzicht, gronden, keus van het betere. Welaan, deel gij me dus uw inzicht mee. Ge ontstelt en weegt mij met uw oog? Spreek op! Of, wilt gij soms een ogenblik om u te bedenken? Goed, ik geef u dat. Nu, denk na, ik ben dadelijk terug.

Nathan: Wonderlijk... Wat gebeurt er met mij? Wat wil hij? Ik was voorbereid op geld en hij wil... waarheid... Waarheid! En wil ze zo, zo baar, zo blank, alsof de waarheid munt was! Zoals men geld op zak steekt, steekt men ook in het hoofd de waarheid. (lachje) Wie is hier de jood? Ikzelf of hij? Maar wacht ‘ns, zou hij misschien de waarheid niet in waarheid eisen? Hoewel, de verdenking dat de waarheid slechts als val moet dienst doen, zou erg klein zijn. Klein? Maar... wat is voor een grote klein? Natuurlijk, hij viel met de deur zo in huis. Men klopt toch eerst en luistert wanneer men komt als vriend? Ik moet behoedzaam zijn. Maar hoe? Hoe doe ik dat? Alleen maar een verstokte jood te willen zijn, dat gaat niet. En helemaal niet jood gaat minder nog, want wanneer geen jood ligt de vraag voor de hand: waarom geen muzelman? Dat is het! Dat kan mij redden. Niet alleen kinderen scheept men met sprookjes af. Hij komt. Laat hij maar komen.

Saladin: Nu is de baan weer schoon? Ik kom toch niet te spoedig weer terug? Gij zijt aan het eind van al uw overpeinzen? Spreek dan nu! Geen ziel die het horen kan.

Nathan: Desnoods mag zelfs de hele wereld luisteren.

Saladin: Nathan is zo zeker van zijn zaak? Ha, dat noem ik eerst een wijze! Nooit de waarheid te verhelen, voor haar alles op het spel te zetten, lijf en leven, goed en bloed.

Nathan: Ja, als het nodig is en nut heeft.

Saladin: Van nu af mag ik hopen een van mijn titels, verbeteraar van de wereld en het geloof, met recht te voeren.

Nathan: Mooie titel. Waar! Maar, sultan, eer ik geheel mij u toevertrouw, sta mij toe dat ik u een verhaaltje vertel.

Saladin: En waarom niet? Ik heb altijd heel veel gehouden van verhaaltjes, goed verteld.

Nathan: Tja, goed vertellen dat is dan wel juist mijn zaak niet.

Saladin: Wederom zo trots bescheiden? Kom, maak voort! Vertel! Vertel!

Nathan: Heel lang geleden leefde in het Oosten een man en die bezat een ring, onschatbaar duur, uit lieve hand. De steen ervan was een opaal, die honderd schone kleuren flitste en de geheime kracht bezat voor God en mensen aangenaam te maken wie de ring met dit vertrouwen droeg. Was het wonder dat de man in het Oosten hem daarom nooit van de hand nam en het zo regelde om hem voor eeuwig in z’n eigen huis te houden? Namelijk zo: hij liet de ring de meest geliefde van zijn zonen na en stelde vast dat deze op zijn beurt de ring aan dien zoon zou vermaken die hem het liefst was, en dat steeds de meest geliefde, geheel zonder aanzien van geboorte, krachtens de ring alleen het hoofd van het huis zou zijn. Begrijp mij, sultan.

Saladin: Ik begrijp u. Verder.

Nathan: Zo kwam nu deze ring, van zoon tot zoon, ten slotte aan een vader van drie zonen die niet verschilden in gehoorzaamheid, en niet verschilde hij dus jegens hen in vaderlijke liefde. Slechts van tijd tot tijd scheen hem nu de een, dan de ander, dan de derde waardiger de ring te dragen, dien hij de vrome zwakheid dan ook had aan ieder te beloven. Dat ging nu zo, zolang het ging. Alleen, zijn sterfuur nadert, en de goede vader komt in verlegenheid. Het smart hem twee van zijn zonen die zich op zijn woord verlaten zo te krenken. Wat te doen? Hij zendt nu heimelijk om een kunstenaar, die hij naar het model van zijn ring twee andere bestelt en hem gelast geen moeite en kosten te ontzien om hem geheel gelijk te maken. Dat lukt de kunstenaar. Als hij de ringen brengt, kan zelfs de vader de modelring niet meer onderscheiden. Blij en vrolijk roept hij nu zijn zonen, elk afzonderlijk, geeft daarop elk afzonderlijk zijn zegen en dan zijn ring, en sterft. Gij luistert, sultan?

Saladin: Ik luister, ja. Kom met uw sprookje nu maar gauw ten einde. En toen?

Nathan: Ik ben ten einde, want wat er volgt, me dunkt het spreekt vanzelf. Nauw was de vader dood of ieder komt met zijn ring aan en ieder wil het hoofd van het huis zijn. Men doet onderzoek, men twist, men klaagt… Vergeefs, de ware ring was onaanwijsbaar. Haast zo onaanwijsbaar als voor ons nu... het ware geloof.

Saladin: En dat moet dan het antwoord heten op mijn vraag?

Nathan: Ik moet mij verontschuldigen als ik het niet waag de ringen te onderscheiden die de vader liet maken met het doel opdat ze niet te onderscheiden waren van elkaar.

Saladin: De ringen, ja! Speel niet met mij! Me dunkt de godsdiensten die ik u heb genoemd zijn toch wel degelijk te onderscheiden, tot zelfs in kleding, spijzen zelfs en drank.

Nathan: Alleen ten aanzien van hun oorsprong… Is hun aller oorsprong niet: geschiedenis, geschreven schrift of overlevering? Geschiedenis wordt toch alleen aanvaard op goed geloof en op vertrouwen, niet? Nu, wiens geloof en trouw trekt men het minst in twijfel? Immers die van het eigen volk, van hen wier bloed we zijn, van hen toch die van kinds af ons bewijzen van hun liefde gegeven hebben, nooit bedrogen dan wanneer bedrogen worden beter voor ons was? Hoe kan ik minder het eigen voorgeslacht geloven dan gij het uwe, of omgekeerd. Kan ik van u verlangen dat gij uw voorvaders logenstraft om niet te handelen ten nadeel van de mijne, of omgekeerd? Hetzelfde geldt ook van de christenen, niet?

Saladin: Zowaar een God bestaat, hij heeft gelijk... Ik moet verstommen.

Nathan: Komen wij terug op onze ringen. Als gezegd, de zonen begonnen een proces en ieder zwoer de rechter regelrecht uit vaders hand de ring te hebben - dat was ook waar! - nadat hij lang reeds de belofte van hem had dat eenmaal hij het voorrecht van de ring genieten zou - niet minder waar! De vader, hield ieder vol, kon tegen hèm niet vals geweest zijn, en aleer hij dit van hem, van zulk een lieve vader, liet vermoeden, moest hij z’n eigen broeders, hoe gaarne ook hij slechts het beste van hen denken wou, betichten van een vals-gewonnen spel! Hij zou wel weten hoe hij de verraders ontdekken moest, hoe hij zich wreken zou.

Saladin: En nu de rechter? Ik wil gaarne horen wat gij de rechter zeggen laat; dus spreek.

Nathan: De rechter sprak: wanneer gij mij uw vader niet spoedig hier brengt, wijs ik u terug van deze stoel. Denkt gij dat ik er ben om raadsels op te lossen? Of wacht gij totdat de ware ring zijn stem verheft? Maar wacht, ik hoor immers dat de ware ring de wonderkracht bezit geliefd te maken, aan God en mensen welgevallig. Dat, dàt moet beslissen. Valse ringen kunnen dat toch niet. Nu, wie hebben twee van u het meeste lief? Komaan, spreek op! Gij zwijgt? De ringen werken slechts terug, en niet naar buiten? Ieder heeft het meest zichzelf slechts lief? (lacht) Zo zijt gij alle drie bedrogene  bedriegers. Uw ringen zijn geen van drieën echt. Vermoedelijk ging de ware ring verloren en om het verlies te omhullen, te vervangen, liet de vader drie voor zijn ene maken.

Saladin: Heerlijk! Heerlijk!

Nathan: En dus, zo ging de rechter voort, als gij in plaats van de uitspraak ook mijn raad niet wilt, dan ga ik. Zo echter luidt mijn raad: gij neemt de zaak volkomen als zij is. Heeft elk van u zijn ring uit vaders hand ontvangen, dan houdt ieder zeker zijnen ring voor echt. Best mogelijk dat de vader de tirannie van de ene ring niet meer heeft willen dulden in zijn huis. Maar, dit is zeker: dat hij alle drie u lief had, en even lief. Hij kon niet twee te kort doen om één slechts te begunstigen. Welaan, nu streve elk van u zijn onbevangen, van vooroordelen vrije liefde na. Wedijverend worstele iedereen van u om in zijn ring de kracht van elke steen aan het licht te brengen. Komt dan deze kracht met weldoen, hartelijke verdraagzaamheid, met zachtheid, innigste overgave aan God te hulp! En als de krachten van de steen te voorschijn komen bij uw verre kinderen, dan daag ik u na duizend duizend jaren nog eens voor deze rechterstoel. Dan zal op deze stoel een wijzere rechter zitten dan ik en zeggen: Gaat! Dit zei de bescheiden rechter.

Saladin: God! God!

Nathan: Saladin, als gij het in u voelt die wijzere beloofde man te zijn…

Saladin: Ik, stof! Ik niets! O God!

Nathan: Wat hebt ge, sultan?

Saladin: Nathan, beste Nathan! De duizend duizend jaren van uw rechter zijn nog niet om. Zijn rechterstoel is niet de mijne. Ga, ga nu. Maar wees mijn vriend.

???

script gemaakt door Marc Van Cauwenberghe, aangevuld en bijgewerkt door Herman Van Cauwenberghe (02/2008)

hermanvanc@yahoo.nl

Dit script is het werk van een hoorspelliefhebber die geen enkel financieel gewin op het oog heeft. Deze tekst mag alleen gebruikt worden om te lezen bij beluistering van het hoorspel. Wie vindt dat hiermee iemands rechten worden geschonden, neemt contact op met Herman Van Cauwenberghe, die er meteen zal mee ophouden het script aan eventuele belangstellenden door te geven.

Tip

Onder de knop "Hoorspelen" vind je het eerste, tweede en derde deel van De geschiedenis van het hoorspel, een realisatie van Léon Povel.

Verder bestaat onder deze knop de mogelijkheid om per hoorspel door te klikken naar de Wikipedia: voor elke hoorspelfiche die ik maakte, heb ik hier een link voorzien.

jolux-webdesign